Verlenging BTW-verjaringstermijnen

De btw-administratie kan drie jaar teruggaan om alsnog verschuldigde btw, interesten en boetes in te vorderen. De invorderingstermijn verjaart pas na het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin de oorzaak van opeisbaarheid van de btw, interesten en boetes zich heeft voorgedaan. 

Sinds 1 januari 2023 wordt de verjaringstermijn verlengd naar vier jaar in het geval van laattijdige of niet-indiening van de periodieke btw-aangifte. 

Bijvoorbeeld: U dient de btw-aangifte van het eerste kwartaal 2023 tijdig in maar de btw-aangifte van het tweede kwartaal 2023 dient u te laat in. De verjaringstermijn met betrekking tot het eerste kwartaal blijft drie jaar. De verjaringstermijn met betrekking tot het tweede kwartaal 2023 wordt verlengd naar vier jaar. 

Wat in geval van fraude? Er is sprake van fraude als er een bedrieglijk voornemen is met de bedoeling om zichzelf of een derde, ten nadele van de schatkist, een voordeel te bezorgen. De btw-administratie moet het bedrieglijk opzet bewijzen. Als de administratie erin slaagt het bedrieglijk opzet te bewijzen werd de verjaringstermijn verlengd naar zeven jaar. De verjaringstermijn in het geval van fraude is sinds 1 januari 2023 verlengd naar tien jaar. 

Scroll naar boven